Vogel per vogel (of: hoe eet je een olifant op?)

 
 

Een grote ouderwetse bureauruimte, blauw van de sigarettenrook.

Een tiental collega’s.

Een grote thermos koffie.

Zo startte mijn werkdag toen ik het pas gevonden had, dat werk. Als prille twintiger zette ik aarzelend mijn eerste stappen als hulpverlener. Nog onzeker in de gesprekken met cliënten en hun ouders. Nog stil en afwachtend bij de collega’s. Maar toch geborgen, tussen mijn collega’s, daar in de uitgeleefde kamers van een oude kraamkliniek. Waar nog massaal en overal gerookt werd, want dat kon nog aan het begin van het millennium.

Maar vooral: waar ik nooit alleen de dag startte. Waar ik een soort tweede thuis had met routines en structuur, koffiepauzes en eetgewoontes, vaste overlegmomenten en tussendoor veel binnenloop-babbels.

Dat is wat ik het meest mis, als thuiswerker, die vanzelfsprekendheid van de groep.

Niet voor het gezelschap, dat vind ik ruimschoots in mijn afspraken, brainstorms en samenwerkingen. Eerder voor de eenvoud. Nooit alleen de dag starten, niet nadenken over hoe en wat en wat eerst en wat daarna. Jezelf niet in gang moeten zetten, en vaak niet eens kiezen wat je gaat doen: het leek eerder een soort trein waar je ‘s ochtend opstapte, die je meenam van actie naar crisis naar reflectie en terug.

Dertig jaar geleden probeerde mijn oudere broer, toen tien jaar oud, een taak te schrijven over vogels. Een opdracht waar hij al drie maanden tijd voor had gehad, maar waar hij nog niet aan begonnen was. Die af moest tegen de volgende dag. We waren op weekend in ons huisje in Bolinas en hij zat aan de keukentafel, in tranen, omringd door cursusblokken en potloden en ongeopende boeken over vogels, verlamd door de enormiteit van de taak. Toen ging mijn vader naast hem zitten, legde zijn arm om zijn schouder en zei: “Vogel per vogel, jongen. Doe het gewoon vogel per vogel.”

(Anne Lamott, Bird by Bird)

Vogel per vogel, dat is wat vandaag helpt als ik moeite heb om te starten. Als ik na een zonovergoten vakantie-achtig weekend denk ‘wat vertel ik in een webinar?’ en ‘hoe schreef ik dat, een blog?’ ‘hoe werkt dat weer, met die cursusmarketing?’ En vooral als ik overdonderd ben of niet meer kan onderscheiden wat van belang is, wat vandaag moet en wat morgen kan: vogel per vogel.

Kies gewoon iets uit en start daar.

Want de grote opdracht: ‘verspreid positieve psychologie in de wereld’, of ‘hou je onderneming draaiende’, of ‘inspireer mensenfluisteraars met kennis en kunde’ - dat vertaalt zich slecht in letterlijke behapbare taken voor een werkdag. De enormiteit van zo’n taak werkt verlammend: die olifant is veel te groot om op te eten.

Al gaat de legende dat de Gentenaars dat ooit wél deden: toen de dierentuin hier in 1905 failliet ging werd olifant Betsy opgekocht door een slager die er salami van maakte. De Gentenaars aten hun favoriete olifant op*. Sneetje per sneetje.

Want alleen zo kan je iets heel groots toch aanpakken.

Wil jij ook graag een begin maken, met een kleine revolutie in de richting van meer positieve psychologie in je werk en leven? Schrijf je in voor de basiscursus Positivologie. Vier weken. Klein groepje. Hapklare inzichten en instrumenten, die jou helpen om het verschil te maken. Stap voor stap.

Zie, zo deed ik dat, die marketing: blogje per blogje.

*Deze urban legend zou trouwens niet kloppen, de Gentenaars aten hun favoriete olifant niet op. Hij werd verkocht aan een Nederlander… die er worst van maakte... luister maar.