Heb jij ook genoeg van de digitale overstroming? Doe dan vooral niet wat ik doe.

 
 

Ik zou graag beweren dat ik de ultieme oplossing heb gevonden voor een gezonde relatie met digitale media.

Die jullie allemaal kunnen copy-pasten in je eigen leven.

In vijf eenvoudige stappen, of zeven.

Onfeilbaar en gratis.

Maar helaas, ik kan het zelf nog steeds niet. Ik vroeg het deze week aan Eva, als prangende levensvraag in onze Bruto Nationaal Geluk podcast: hoe moet ik dat doen, met sociale media? Ik kan er niet helemaal af, want daar ontmoet ik mijn stam, mijn favoriete werk is online inspireren. Maar het hindert mij, mijn aandacht raakt versnipperd, ik word er te afhankelijk van naar mijn goesting.

Al gebruik ik een Nokia Baksteen Nieuw Model in plaats van een smartphone. Al heb ik geen vrienden op Facebook en beheer ik daar enkel mijn pagina. Al volg ik amper iemand op Instagram, zodat mijn feed vol oninteressante reclame zit.

Toch scroll, refresh en post ik er op los.

De hele avond soms, als ik alleen thuis ben.

Elke vijf minuten kijken of er een nieuw mailtje is van iemand leuk. Kijken of er reacties zijn op mijn Facebook-bericht, op mijn Insta-verhaal. Op Signal, nu ik van Whatsapp af ben.

Ik hoor jullie al denken: maar is dat eigenlijk erg, Maaike, we doen het allemaal? Maar jullie misschien niet op deze gulzige manier? Of ik word er overdreven gealarmeerd door, omdat ik bang ben dat de dijken breken?

Wat als ik enkel een aan/uit knop heb en te weinig dim-functie?

Zit ik weer alleen de rest van de fles rode wijn uit te drinken voor TV. Sta ik ‘s avonds aan het aanrecht geroosterd brood met dikke lagen zoute boter te eten. Vergeet ik wekenlang dat ik een lijf heb dat uitgelaten wil worden en niet alleen liggen en zitten.

Iemand vroeg het mij laatst op een feest: drink jij? Ik dacht dat je al jaren gestopt was?

Klopt. Was ik.

Maar met sommige dingen moet ik altijd weer opnieuw beginnen.

Met gezond eten, met bewegen, met alcohol binnen de perken houden. Elk jaar, elke paar maanden, loopt het weer de spuigaten uit en moet ik bijsturen. Eerst is het al ingewikkeld om de urgentie te voelen, om überhaupt te vinden dat het over de grens is, en dat het voldoende ver over de grens is. Eerst moet ik voelen dat het van belang is om er iets aan te doen. En dan komt telkens nog de ambetante krachtinspanning van de slechte gewoontes afleren en de goede opvoeren.

Pffff.

Ik had het wel gewild, zo’n matig leven waarin grenzen een vanzelfsprekend gegeven zijn en er tussen navigeren onzichtbaar en moeiteloos. Maar mijn default modus is nogal wild, vrij en ‘vollen bak’. ‘t Zal de ADHD zijn. Of het ligt aan de de dingen zelf, toch? Die zijn gewoon verslavend op zich: de alcohol, de suiker en het vet, de likes.

Het is niet ik, het is de dopamine.

Hoedanook, ik vond er nog geen echte oplossing voor.

Tenzij het bewegen tussen droogte en overvloed mijn enige mogelijke oplossing is.

Ik kan heel goed langdurig droge periodes scheppen, ik kan jaren en maanden en wekenlang gewoon níet drinken, amper sociale media gebruiken, niet flirten met grenzen, dagelijks wandelen en fietsen, hypergezond eten. Maar onvermijdelijk komt de vloed weer op. En dan sta ik daar zandzakken te stapelen en met emmers te zeulen als het water weer eens tot mijn lippen komt. Te kijken naar mijn denkbeeldig streepje op de muur van ‘tot hier en niet verder’ (om te weten wanneer ik precies moet beginnen hozen).

Wie weet, ooit, als ik op leeftijd ben.

Misschien kan ik door de jaren steeds kalmer worden. Floreren in een rustig, routineus leven, zonder verveling en behoefte aan spanning. Zonder behoefte aan een roes, aan troost, aan applaus.

Misschien doe ik als ik oud ben het omgekeerde van Jenny Joseph: juist geen paars meer dragen.

Wie weet.

“Warning” by Jenny Joseph

When I am an old woman I shall wear purple,
With a red hat which doesn’t go, and doesn’t suit me.
And I shall spend my pension on brandy and summer gloves,
And satin sandals, and say we’ve no money for butter.

I shall sit down on the pavement when I’m tired,
And gobble up samples in shops and press alarm bells,
And run my stick along the public railings
And make up for the sobriety of my youth.

I shall go out in my slippers in the rain,
And pick flowers in other people’s gardens,
And learn to spit.

You can wear terrible shirts and grow more fat,
And eat three pounds of sausages at a go,
Or only bread and pickle for a week,
And hoard pens and pencils and beermats and things in boxes.

But now we must have clothes that keep us dry,
And pay our rent and not swear in the street,
And set a good example for the children.
We must have friends to dinner and read the papers.

But maybe I ought to practice a little now?
So people who know me are not too shocked and surprised,
When suddenly I am old, and start to wear purple.

(Jenny Joseph)