Grip krijgen op je brein, deel 2. Trezeke, ijsberen en emotionele wendbaarheid.

 
 

Een goed leven, dat is er één met veel positieve emoties en zo weinig mogelijk lastige.

Toch?

Of oké, je kan niet ontkomen aan een portie woede, angst of verdriet in een mensenleven, maar met die emoties kan je niets anders doen dan ze zo snel mogelijk laten verdwijnen.

Think again.

Gevoelens zijn er niet voor niets, ze hebben een functie voor ons. Positieve gevoelens zorgen bijvoorbeeld voor een 'broaden and build'-effect (ze verbreden je blik en versterken je vermogens) en voor een positieve spiraal ( blij is meer dan blij). Negatieve gevoelens hebben eerder met overleven te maken: ze helpen je zien wat je nodig hebt. Moet je jezelf beschermen? Is het tijd om ergens mee te stoppen? Heb je meer steun en verbondenheid nodig? Heb je behoefte aan stilte en rust?

Daar komt je karakter 2 op het toneel, je ‘linkse denken’ in die linker amygdala. Bij mij heet ze Trezeke, dat gevoelige kwetsbare karakter dat mij toont waar ik bang, kwaad of verdrietig over ben. En ik heb echt moeten leren om haar meer ruimte te geven.

Ich möchte ein Eisbär sein, im kalten Polar
Dann müßte ich nicht mehr schrei'n
Alles wär' so klar

Nooit meer huilen. Nooit meer kwaad, nooit meer bang. Of toch zo weinig mogelijk, dat leek mij wel wat.

Ik was eerder van het ‘afleiden en opleuken’ regiment dan van het doorvoelen van wat lastig is.

En dat is dus wél belangrijk: hoe vaker je primaire emoties de ruimte geeft, hoe minder secundaire emoties je creëert. Die secundaire emoties zijn niet handig: dat zijn de gevoelens die ontstaan door de verhalen bij gebeurtenissen. Denk aan irritatie als je eigenlijk schrik voor iets hebt, of woede die uit verdriet voortkomt: een secundaire emotie is wat je bovenop de eigenlijke emotie ‘bouwt’ als je die eerste niet doorvoelt hebt.

Hoe doe je dat dan, dat goed voelen?

Hoe geef je Trezeke, je linkse amygdala, regelmatig genoeg ruimte zodat je minder ‘emotionele rommel’ meedraagt?

Door jezelf toestemming te geven om te voelen wat je voelt en dat dus te accepteren - én door te doen wat nodig is om je gevoel te uiten (ik doe dat door te huilen, te brullen, te schudden en zelfs door te geeuwen soms).

Misschien kan dat niet meteen als je de emotie voor het eerst opmerkt. Misschien heb je er tijd alleen voor nodig, of bij een veilige ander. Maar emoties blokkeren levert grote nadelen op: enerzijds zorgt het niet willen voelen van moeilijke gevoelens ervoor dat je ook de fijne gevoelens niet meer kan ervaren - dan word je echt een ijsbeer, bevroren. Anderzijds zien we dat niet-gevoelde emoties een onzichtbare last worden die je met je meedraagt, en dat laat zich op termijn zien in lichamelijke of geestelijke klachten.

Zelf heb ik de gewoonte om elke avond voor het slapengaan even een body scan te doen: ik ga met aandacht door mijn lichaam, om te voelen of er ergens spanning aanwezig is.

En als die er is, probeer ik bewust emotioneel ‘puin te ruimen’: door deze focusing techniek toe te passen:

  • Ga met je aandacht naar je emotie toe: waar zit ze in je lichaam? Heeft ze een vorm? Een kleur? Een bepaald gewicht of een bepaalde grootte? Een woord voor het gevoel is niet altijd nodig, soms is dat ook niet helder of eenduidig. Maakt niet uit, of het nu schaamte is of schuld of verdriet - voel je gevoel.

  • Adem in je emotie: adem rustig in en diep uit, hou je aandacht bij de plek waar je voelt wat je voelt.

  • Maak er geen verhaaltjes bij. Je hoeft niet te snappen waar je emotie vandaan komt, of je ze al duizend keer had of misschien nog nooit, of je moeder die ook had of waarom dat gevoel er nu alweer is. Dat is niet van belang en werkt zelfs tégen je. Hoe meer je gewoon ‘voelt’, zonder oordeel en verhalen, hoe beter je gevoel zich door je heen kan bewegen en ook weer weg kan gaan. Komt er toch een verhaal of gedachte? Adem uit en stel je voor hoe die gedachten als mugjes rond je hoofd cirkelen en jij ze wegblaast.

  • Doe wat nodig is om je emotie los te maken en weg te laten stromen: huilen, grommen, roepen, wiebelen, geeuwen, boeren, springen, gillen... denk aan hoe een dier of een jong kind dat doen - die kunnen dat nog heel goed. Je wil gewoon de emotionele spanning ervaren en laten gaan, dus alle bewegingen en acties die spanning loslaten en die nu bij jouw gevoel passen zijn welkom en nodig.

  • Ga met je aandacht opnieuw naar de plek waar je emotie was. Is ze veranderd? Kleiner geworden, een ander kleur? Is er nog wat over? Dan ga je nog een keer: erin ademen en alles doen wat nodig is om te voelen en los te maken. Tot alles weg is, of tot je het gevoel hebt dat alles weg is wat nu weg kan.

“Als je onnodige ballast overboord gooit, kan je hoger vliegen”, zou mijn karakter 4 zeggen (overmorgen is zij aan de beurt hier).