10 dingen waar ik mijzelf voor vergeef
De enige taak die je hebt terwijl je rondloopt op deze planeet, is net zo goed worden in jezelf zijn, als anderen zijn in anders zijn. Met elk jaar dat voorbijgaat is het jouw taak om beter te worden in zijn wie je al bent.
Ik vind approval-addiction één van de meest slopende dingen. Als het gaat over jezelf zijn, is het overwaarderen van de mening van anderen en die verwarren met je eigen mening, één van de meest vernietigende dingen die je kan doen. Je zal nooit helemaal zonder dat verlangen naar goedkeuring zijn, maar het is belangrijk om er vrij van te zijn. (Caroline Mchugh)
Ik ben Maaike. Ik ben niet minder dan anderen en niet méér, ik ben gewoon mijzelf. En dat is misschien wel het allermoeilijkste wat ik kan zijn en worden. Met elke goedkeuring die ik aan mijzelf geef, word ik steeds meer Maaike. Met toestemming voor deze tien vervelende eigenschappen bijvoorbeeld:
1. Mijn onhandigheid. Ik mors thee, ik breek elke week een glas en ik sla de deur zo hard dicht dat de klink loskomt. Nee, ik doe het niet expres. Het gaat gewoon vanzelf. En het is oké. Ik ben al veel voorzichtiger geworden, ik draag steeds vaker goed zorg voor mijn huis en mijn spullen. En zoals het nu is, is het goed. Met vlekken op mijn kleren, kapotte zolen en gebroken oren en al.
2. Mijn veranderlijkheid. Nu wil ik dit. Morgen misschien dat. Ik leer, ik beweeg en ik beslis sneller dan ik kan fietsen. Ik was jaren vegetariër en dan weer even niet en nu weer wel. Ik lees een hele tijd alles over moestuinen, maar enkele maanden later kan de zaai-afstand van radijs mij niets meer schelen. Ik start supertoffe projecten op en stop ze weer. En ik mag dat. Mijn beloftes zijn zelfs betrouwbaarder dan vroeger: ik beloof geen tien jaar meer, ik engageer mij voor één keer. En dan smijt ik mij opnieuw, helemaal. Wellicht in iets anders.
3. Het feit dat ik liever thuisblijf. Iedereen houdt van feestjes, maar ik niet. Of zelden. Voor mij geen evenementen, geen culturele agenda, geen levendig sociaal netwerk. Elke week heb ik een lang gesprek met een vriendin. En dan is het klaar, de rest van de tijd wil ik graag lezen, schrijven, prutsen en denken. Mijn weekends zijn nooit vol, ik hoef niet in de ouderraad en niet naar de buurt-picknick. Oef.
4. Mijn onvervulde dromen. Ik wil een huis in de Pyreneeën, ik wil een boekhandel met koffiehoek, ik wil een atelier in mijn tuin. Een boek schrijven, een vierde kind krijgen, te voet naar Compostela stappen. En veel van die dingen zal ik nooit doen. Veel van die dromen zijn ondertussen zelfs allang meerderjarig. Het geeft niet, het zijn mijn maatjes. Als de dagen lastig zijn, als ik mijn leven vandaag saai en voorspelbaar vind, dan kan ik met ze mee liften. Dan maak ik lekkere ontbijtjes met zelfgebakken brood en huisgemaakte perenconfituur met vanille en sinaasappel. En daarna schrijf ik een jeugdboek, in de prachtige torenkamer van mijn B&B met zicht op de Maarkebeek.
5. Mijn rigiditeit en al mijn regels. Ik drink geen alcohol. Ik eet geen vlees. Ik ga elke dag om tien uur slapen. En ja, dat is overdreven en belachelijk. Maar ik dring mijn keuzes aan niemand op. Zaterdag is schermloze dag, omdat er dan zeker tijd is om Kolonisten van Catan te spelen. Ik lees enkel op dinsdag en donderdag mijn mail, want anders doe ik dat twintig keer per dag. Ik heb die regels nodig. En ik mag ook altijd alle regels veranderen. Maar ik breek ze niet graag: mijn wildheid gedijt goed in een kraal.
6. Hoe ik mijn eigen mening kwijtraak als ik bij anderen ben. Mijn verbondenheid is groot en ik kan helemaal samenvallen met een ander. Ik vind motorrijden leuk omdat mijn man daarvan geniet. Ik luister naar Studio Brussel want mijn zoon houdt daarvan. Het duurt soms jaren om te ontdekken wat ik zelf vind. Ik hou niet zo van festivals, merkte ik laatst. Terwijl ik er jarenlang heenging, in goed gezelschap. En dat is prima, ik mag ook dingen doen omdat een ander het fijn vindt.
7. Mijn onvermogen om kritisch te zijn. Ik ben altijd eerst enthousiast en ik vind op het eerste zicht alles leuk. Ik zie de angels niet, ik haal de fouten er niet uit. Vraag mij dus maar niet om kritische feedback. Vraag mij gerust om aanmoediging, daar ben ik dan weer erg goed in.
8. Dat ik een echte vrouw ben. Wat dat dan ook is. Iets dat 'vrouwelijk' is, ik had er een hekel aan. Dan leek het niet intelligent genoeg, niet ernstig en weinig van belang. Wat een lelijk vooroordeel, en dan nog wel in mij - ik ben verdomme zelf vrouw. Weg daarmee. Ik lees graag vrouwenboeken, ik vind pastelkleuren mooi, ik wil ontroerende films zien over Het Echte Leven. En ik heb lef. Ik reis op mijn eentje naar Afrika, ik rijd fluitend door Londen en ik neem alle zakelijke beslissingen zelf. Uiteraard. Ik heb nergens een man voor nodig. En ik heb tegelijk keihard mijn man nodig.
9. Hoe makkelijk ik kan liegen en de wet overtreden. En nee, ik bedoel het hier niet op een rebelse, 'kijk eens hoe vrij ik ben'-manier. Ik vind het gewoon echt heel makkelijk om te liegen. En ik wandel zonder wroeging op privéterrein. Niet voor de kick, het is meer een soort aangeboren onvermogen om dat erg te vinden. Ik doe niemand kwaad, maar halve waarheden vind ik prima. Ik heb nog schoolwerk, mijn man is ziek en daarom moet ik mijn kind van school halen. Echt, na al die jaren kan ik zo goed liegen dat iedereen erin trapt. Niet doorvertellen.
10. Dat ik mijzelf soms echt niet kan verdragen. Ik doe altijd een schep bovenop een schep bovenop een schep. Kom ik te laat om mijn kind van kamp op te halen, dan verwijt ik mijzelf dat ik weer niet in staat was om op tijd te zijn, en dan verwijt ik mijzelf dat ik mijzelf dat verwijt. Kan u nog volgen? Als een mannetje dat met een hamer op mijn hoofd slaat, en hoe daar achter nog een mannetje verschijnt dat op het hoofd van dat eerste mannetje slaat. Ik word er uiteindelijk alleen maar kleiner van. Groeidenken helpt: het lukt al steeds beter. Ik mag al steeds vaker mijzelf lastig vinden én het lastig vinden dat ik mijzelf lastig vind. Zonder last.
Ohja, ik mag zelfs stelen: dit blog-onderwerp pikte ik van meandorla.