Wat is onlosmakelijk verbonden met wie je bent (dat wat niemand van je af kan pakken en wat niks te maken heeft met de mensen van wie je houdt of met het werk dat je doet)?

 
Kopie van Ontwerp zonder titel(2).png
 

Soms lees ik een boek dat zo goed is dat ik daarna alle boeken móet lezen die ik van die schrijver, of vaker nog schrijfster, te pakken kan krijgen.

Een gulzigheid en bewustzijnsvernauwing die een beetje lijkt op wat ik vroeger met wijn deed: hoe één glas niet en nooit genoeg is. Of wat ik met chips had (Zak. Moet. Leeg.)

Van Glennon Doyle las ik bijvoorbeeld een tijd geleden ‘Untamed’ (vertaald als ‘Ongetemd leven’). Machtig boek: rauw, puur en onversneden. En zo heftig en, welja, inspirerend zoals maar weinig autobiografieën zijn. Ook wel ontzettend Amerikaans, en hier en daar over the top, maar toch: zo raak. Zo eerlijk zou ik zelf trouwens nooit over mijzelf, over mijn kinderen of over mijn lief durven schrijven. Maar het feit dat zij het wel doet, die Glennon, en hoe ze dat doet - is indrukwekkend.

Soit, zo’n leeshonger duurt meestal tot ik een boek van de betreffende auteur tegenkom dat niet meer (zo) goed is. In dit geval genoot ik ook van ‘Love Warrior’ (vertaald als ‘Carry on en heb lief’ -serieus jong, wie bedenkt zo’n titel?) maar niet van haar nog vroegere ‘Carry on, Warrior’. Misschien was het teveel na elkaar, misschien worden haar boeken steeds beter met de tijd, wie zal het zeggen.

Anyway.

Mijn punt is dat Glennon in haar ‘Love Warrior’ boek vertelt hoe ze zich enkele dagen terugtrekt in een hotelkamer met zicht op zee, om te herstellen van haar relatiecrisis en de moed te vinden om met dezelfde man verder te gaan. Ze schrijft:

De uitnodiging in deze pijn is de mogelijkheid om te ontdekken wie ik in werkelijkheid ben… Ik werd echtgenote, vervolgens moeder, lid van een kerk en een carrièrevrouw… maar wie ben ik? Wie was ik voordat ik anders werd? Wat is onlosmakelijk verbonden met wie ik ben, dat wat niemand van mij kan afpakken en wat niks te maken heeft met de mensen van wie ik houd of het werk dat ik doe?

Haar liefde voor de zee is het eerste vaststaande feit dat ze over zichzelf ontdekt. Iets waar ze al sinds haar derde van houdt en waar ze nog steeds van zal houden als ze drieëntachtig is. En daar zijn we aangekomen waar ik vandaag wil zijn, met jullie, in deze blogpost.

Welke vaststaande feiten ken jij van jezelf? Wat is er eigen aan jou, los van je werk, je rollen in je relaties of het beeld dat je aan de buitenkant toont?

Ik kwam alvast tot deze kleine lijst. Dit is onlosmakelijk met mij verbonden, los van iedereen en alles:

  1. Klompen. Van die Zweedse, met een lederen bovenkant en een houten hak. Omdat ze klepperen, omdat ze los om mijn voet zitten, omdat ze voelen als thuis en buiten en vrij. Met klompen klepperen is als schommelen: iets in mij gaat ervan glimmen.

  2. Teksten van liedjes. Ik hou ervan om net zo vaak een nummer op repeat te zetten tot ik het woord voor woord kan meezingen. En bij het horen van een willekeurig woord in een gesprek heb ik onmiddellijk een bijhorend liedje klaar. Van Kinderen voor Kinderen tot Het Zesde Metaal, en van Leonard Cohen tot Eels: ik ken ze integraal uit het hoofd.

  3. Slapen. Ik kan echt goed slapen. Lang slapen. Veel slapen. Ik hou van slapen, van het moment dat ik naar bed mag en van dutjes doen op de meest onmogelijke plaatsen en momenten. Gelukkig vind ik opstaan ook heerlijk, want:

  4. Koffie. Hoewel een vriendin het koudweg liquid cancer noemt, ben ik er nog nooit langer dan een week in geslaagd om geen koffie te drinken. Zelden na de middag nochtans, ik heb aan een paar koppen in de eerste uren van de dag genoeg. Maar een dag is er geen zonder mijn ochtendkoffie. Zwart. Warm.

    (Ik ben er mij terdege van bewust dat deze liefde geconditioneerd is, ik dronk al koffie met veel melk in de lagere school. Mijn vaders lijflied was ‘Koffie, koffie, dat is onze drank. Koffie koffie, heel ons leven lank. De koffiedrinkers zitten hier! Liever een pot koffie dan een hele emmer bier.’ Duidelijke brainwash-technieken.)

  5. In de velden lopen. Ook hier duidelijk een geval van jeugdliefde: het huis waar ik opgroeide was aan alle kanten omringd door velden en weiden. Een dreef inslaan en een eind weg dwalen was mijn favoriete tijdsbesteding als kind en tiener. En nog steeds, welhaast dagelijks: geef mij wat paardebloemen, een kudde koeien en een paar kilometer in de voeten - en ik kom tot mijzelf.

  6. Lezen. Het kan niet anders dan hier eindigen, vandaag, want dat is precies waar deze lijst mee begon. Ik lees. Alles met letters. Altijd en tussen alle andere activiteiten door. Fictie en non-fictie, hoogstaande literatuur en thrillers, meidenboeken, kinderboeken en handboeken. Omdat het als ademen is (voor mij).

    (Istanbul, Turkije, op een snikhete avond in juli, we zijn net geland.

    'Ga jij maar alvast de noodzakelijke dingen kopen' zegt mijn man, voor hij naar de vliegtuigmaatschappij belt om onze verloren geraakte bagage te lokaliseren.

    Hij denkt aan een tandenborstel, of een onderbroek misschien. Ik kom terug met enkele boeken. Uiteraard.)

Jouw beurt nu: wat is onmiskenbaar met jou verbonden, ongeacht wat hip of nodig is?