Waarom het internet veel leuker is dan het echte leven - en ik duidelijke ideeën heb over schermtijd.
In vergelijking met wat het internet mijn kinderen te bieden heeft, is het alledaagse leven saai, weinig uitdagend en deprimerend.
Aan tafel vertellen wij elkaar dagelijks min of meer dezelfde verhalen, en die zijn zelden zo geestig als wat Youtube-vloggers brengen. Het uitzicht op de tuin vanuit ons keukenraam verandert slechts traag en is nooit zo mooi als de fotostroom op Instagram. En voetballen op het grasveld hiernaast is niet zo spannend als een FIFA 17 -game, de buurjongens kunnen simpelweg niet zo goed voetballen als Messi en Ronaldo.
De werkelijkheid kan er gewoon niet tegenop.
In vergelijking met games en internet is de werkelijkheid te makkelijk. Wat we online doen vraagt immers steeds nieuw gedrag en daagt ons uit om te leren en te verbeteren. We willen mooiere foto's maken, die software-update leren gebruiken, een volgend level doorlopen en een nóg gevattere uitspraak schrijven in honderdveertig tekens.
In vergelijking met het internet is de werkelijkheid deprimerend. Spelletjes en sociale media zijn optimistisch en energiek. Ze laten ons kiezen voor waar we goed in zijn en waar we van genieten. Het echte leven is zelden zo vrolijk, zo mooi en zo belonend. Als we maar vaak genoeg posten, als onze content maar leuk genoeg is, verdienen we likes en volgers. Waardering in het echt, daar hebben we veel minder invloed op. En we hebben het wél hard nodig, die dopamine die ons brein vrijgeeft als we een ander doen glimlachen.
Het echte leven is nooit af. Op ons werk en op school voelen we ons zelden productief. We missen een duidelijk doel en heldere uitvoerbare stappen om dat doel te bereiken. We zien de gevolgen van onze inzet niet, of pas na lange tijd. Een diploma halen over tien jaar, Frans kunnen spreken voor later en wat is in godsnaam het nut van algebra? We missen impact, we missen de invloed die we in de online wereld wél ervaren. Ik kies, ik klik, ik maak, ik deel. Ik tel mee, ik word gezien, ik bereik mijn zelfgekozen doel.
In ons dagelijks leven missen we flow, die toestand waarin we geluk ervaren omdat we positief en intens met iets bezig zijn en optimaal het moment beleven. Flow die we online wél vinden. Heb je al eens een gesprek gevoerd met je kinderen terwijl ze op een toestelletje zitten? Schier onmogelijk. Ik zou nog mogen verkondigen dat we verhuizen, dat ik kilo's frieten ga bakken of zelfs dat we de hond wegdoen: de kans dat ze van hun scherm opkijken is bedroevend klein. Het is verbijsterend om te zien hoe totaal hun aandacht wordt opgezogen.
Het falen van scholen, kantoren, fabrieken en de meeste alledaagse omgevingen om flow te voorzien is een ernstig moreel probleem. We hebben flow nodig, en als we het niet krijgen zoeken we het in de vorm van ontsnappen. (Csikszentmihalyi)
Dus. De werkelijkheid is moeilijker om in op te gaan dan de online wereld. Maar.
Hoe minder we met aandacht deelnemen aan ons alledaags leven, hoe minder mogelijkheden we hebben om gelukkig te zijn.
Aandacht is het enige instrument dat we hebben om te genieten. Ons enige middel om met anderen en de wereld in levende lijve in verbinding te zijn. Alleen als we zien dat de zon schijnt, alleen als we opmerken dat iemand glimlacht, alleen als we feedback vragen en geven - alleen dan kunnen we tevredenheid en voldoening ervaren. Duurzamer tevredenheid en voldoening dan het internet ons kan bieden, want op dat vlak scoort de realiteit wél beter.
Precies die aandacht voor wat hier en nu om je heen is, wordt schaars. Weggeconcurreerd door dat verdomd charmante internet. Dáárom heb ik regels over hoeveel tijd er wanneer naar schermkes mag gaan.
Omdat mijn kinderen én wijzelf anders vergeten hoe het is om met volle aandacht in het hier en in het nu te zijn. Omdat wij anders vergeten hoe vervullend de gewone dingen kunnen zijn, en hoe we saaie routineuze activiteiten zinvol en vervullend kunnen maken.
Welke regels?
- Dat er op zaterdag niemand op een scherm zit. Geen televisie, geen tablet, geen smartphone, geen playstation. De hele dag wordt ingevuld zonder digitaal speelgoed. Er wordt des te meer gespeeld, gelachen en gecreëerd.
- Dat op alle andere dagen de schermtijd gelimiteerd is van na het avondeten tot een half uur voor bedtijd. Alleen dan mogen wij op gelijk welk scherm vertoeven, telefoons en televisie incluis. Echt, dat is al meer dan tijd genoeg voor digitale degustatie.
- Dat we op vakantie geen enkel (echt, I kid you not, geen enkel) schermpje meenemen. Geen Nintendo DS, geen smartphones, geen Ipad. Eén domme telefoon om bereikbaar te zijn, meer mag er niet mee in onze koffer. Ook bij het aanschuiven aan de check-in of bij lange autoritten hebben we geen andere afleiding dan dagdromen en babbelen. Wij reizen offline, en halen des te meer uit de ervaring van elders zijn en samenzijn.