Ik ben gestopt (over integriteit en liegen tegen jezelf).

 
 

Nieuwjaarsreceptie met de collega’s, januari 2008.

Mijn strenge oudere collega met haar eeuwig lakvaste eighties-kapsel wenst mij voor het nieuwe jaar meer integriteit.

Meer integriteit.

Kak.

Die zit er knal op.

Integer kon je mij het afgelopen jaar echt niet noemen, vond ze wellicht, met mijn recente scheiding en het vele flirten met collega’s in de nasleep daarvan.

Ik gaf haar toen helemaal gelijk

Maar achteraf gezien was dat jaar misschien juist één van de belangrijkste stappen in de richting van een integer leven.

Ik stopte toen eindelijk met liegen tegen mijzelf.

Het Latijnse woord ‘Integer’ betekent simpelweg intact. Integer zijn is heel zijn, één geheel zijn, onverdeeld zijn. (Martha Beck in ‘The Way of Integrity’)

En wat ik niet wist, toen op mijn dertigste, was hoeveel vreugde die integriteit mij zou brengen. Eerst was er namelijk vooral chaos en omwenteling, die nog helemaal niet stopte begin dat jaar: enkele maanden later zegde ik mijn vaste benoeming als ambtenaar op, sprong in het diepe met een nieuwe man, verhuisde een keer of drie en verbrak ik meerdere vriendschappen.

Maar daarna, daarna kreeg ik een leven dat mij paste als nooit tevoren.

De moeiteloze vreugde die volle integriteit oplevert.

Als je mijn schrijfsels een beetje volgt weet je dat ik een fervente stopper ben: ik stopte al eens kortere of langere tijd met alcohol, met sociale media, met meerdere jobs. Maar liegen is het stop-ding dat verreweg het grootste rimpel-effect op mijn leven had.

Door niet meer te liegen tegen mijzelf, en mijn gevoelens niet meer te negeren of te over-rulen om te passen bij anderen, gingen een heleboel dingen op de schop.

Ik ga niet meer naar festivals, concerten, grote feesten of evenementen. Want ik vind dat blijkbaar niet leuk, al heb ik jaren gedacht van wel. Ik kijk geen series en weinig televisie. Niets voor mij. Ik volg het nieuws niet, maar dus echt extreem helemaal niet (iemand legde mij dit weekend uit wat de apenpokken zijn - ik had er nog nooit van gehoord :// ). En dat bevalt prima.

Ook in mijn moederschap deed ik zo weinig mogelijk alsof. Geen oudercomité voor mij, ik help niet aan de bar op het eetfestijn, er blijven geen kinderen slapen bij ons, ik reed mijn kinderen niet de hele week naar clubjes en hobby’s. Niet omdat ik niet zorgzaam, gul en liefdevol ben. Dat ben ik absoluut wel, heel erg zelfs. Maar ik ben ook eerlijk met mijzelf, en zo eerlijk mogelijk met anderen, en ik ga niet chronisch over mijn grenzen.

Als ik iets vind van iemand, en ik wil die feedback graag geven omdat ik denk dat het voor die ander of onze relatie belangrijk is, dan zal ik het zeggen. Geen grappen waar de waarheid in verstopt zit. Geen lieve berichten die eigenlijk vermomde feedback zijn. En nee, niet iedereen vindt dat fijn, dat heb ik de afgelopen jaren ook gemerkt. Maar ik heb zelden ruzie, en loop niet rond met allerlei irritaties die onuitgesproken liggen te gisten. Clarity is kindness, volgens onze Brené Brown.

Is het makkelijk? Kan ik het altijd? Nee. Wil ik altijd eerlijk zijn? Nee. Uiteraard niet. Ik wil net zo goed sociale leugens vertellen, mijzelf en anderen beschermen en relaties goed houden. Dus ik lieg zeker, nog steeds. Maar zo weinig mogelijk tegen mijzelf.

Wat vind ik werkelijk fijn? Wanneer doe ik alsof? Waar maak ik mijzelf iets wijs? Waarvan zit ik mijzelf steeds te overtuigen waarvan ik eigenlijk weet dat het niet klopt?

De ochtendpagina’s helpen daar gigantisch bij, met mijn schrift en mijn pen ben ik eerlijker tegen mijzelf dan in mijn gedachten, zo blijkt.

Bovendien weet ik ondertussen uit ervaring dat het altijd goed komt, en dat het leven mij zoveel moois te bieden heeft juist door radicaal mijn eigen pad te volgen. Want dit is mijn leven, en het is het enige leven dat ik zal krijgen. Ik ben van plan in dat ene leven zoveel mogelijk iemand te zijn waar ik trots op kan zijn.

En dat is een weg die nooit eindigt. Ik probeer nog steeds eerlijker te worden tegen anderen en tegen mijzelf. Ik eet nog steeds taart uit beleefdheid, terwijl ik dat eigenlijk niet lust. Ik neem nog steeds drankjes aan die ik niet hoef, en drink ze nog op ook. Ik zeg nog steeds dat iets oké is als het dat echt niet is.

Maar het is de mooiste en de enige weg: steeds eerlijker. Steeds heler. Dát is waarom Positivologie eind dit jaar stopt: omdat ik mijzelf niet wijsmaak dat het nog klopt. En dat is waarom ik niet goed kan uitleggen waarom het niet meer klopt: omdat ik op buikgevoel vaar. Net zoals ik niet kan uitleggen waarom ik niet van hedendaagse beats houd en wel van kleinkunst. Of waarom ik gerust elke dag hetzelfde zou eten, en een restaurantbezoek mij zelden bekoort. Daar zijn geen rationele redenen voor, en ik doe niet meer alsof.

Steeds integerderderder dus, merci Claudine.